Grondradar wordt gebruikt om voorwerpen in de grond te onderzoeken Radioamateurs veronderstellen gemakshalve dat de door hen gebruikt frequenties niet in de grond doordringen. Dat staat te bezien.
Grondradar gebruikt frequenties in het gebied van 10 MHz tot 2.6 MHz. De gebruikte frequentie hangt af van de afmetingen en de diepte van het te onderzoeken object Hoe lager de frequentie, hoe dieper de elektromagnetische golven in de aarde doordringen. Maar ook hoe natter de grond, hoe minder diep men komt.
Voor het detecteren van kleine voorwerpen moeten de hogere frequenties worden gebruikt.
Radioamateurs houden wel degelijk rekening met de kwaliteit van de aarde.
Tijdens velddagen houden leggen zij een uitgebreid stervormig netwerk van draden aan aan het aardpunt van een 40 of 80 meter verticale antenne. Dan hebben zij geen last van de onbekende verliezen in de lokale aarde.
Maar ook op de VHF band worden em-golven nog voor grondradar worden gebruikt. In kleigrond kan men tot 6 meter doordringen, bij droge zandgronden zelfs tot 20 meter
Voor ons radioamateurs betekent dit, dat op vakantie locaties, waar hoogte moeilijk te realiseren is en kleine antennes worden gebruikt op VHF, kostbare antenne energie (vanwege de zijlobben in het stralings patroon) in de aarde kan verdwijnen.
Een indruk van de doordringdiepteop de HF-banden geeft onderstaande tabel, de globale doordringdiepte, afhankelijk van grondsoort voor diverse frequenties:
0.15 MHz | 3 MHz | 10 MHz | |
zeewater | 80 cm | 14 cm | 8 cm |
zoetwater | 1.5 m | 5 m | 2 m |
veengrond | 20 m | 7 m | 3 m |
zandgrond | 30 m | 10 m | 4 m |
stad | 30 m | 15 m | 5 m |
Uit de tabel kan opgemaakt worden dat ten gevolge van de capaciteit tussen antenne en aarde altijd stromen door de aardweerstand zullen lopen, dus extra verliezen opleveren.